Theoretisch Gesproken, Theo Leliveld, Column, 0172SPORT

Vijf topspelers die onze regioclubs zijn ontgroeid

Van voetballer naar doelman: Menno de Jong
Menno was als voetballer actief in zijn woonplaats Noorden bij NSV’46 maar werd op een talentendag bij Ajax ontdekt als keeper. Hij stroomde bij ‘s lands bekendste jeugdopleiding in en zou hier enige jaren actief zijn tussen de palen. Zo speelde hij onder andere met Davy Klaassen en HSV-verdediger Timo Letschert.
Menno komt uit een echte voetbalfamilie. Vader Peter was jarenlang de doelverdediger van NSV’46 en stond ook nog onder de lat bij buurman Sportief, moeder Jolanda (Leliveld, red.) kon ook aardig voetballen en speelde jaren terug in het Nederlands elftal. Broer Lars doorliep de jeugd van Argon om vervolgens weer terug te keren op het oude nest en is – op een uitstapje naar Nieuwkoop na – niet meer weg te denken als spits van NSV’46.
Na het avontuur in Amsterdam speelde Menno achtereenvolgens voor ADO, Alphense Boys VVSB om vorig seizoen neer te strijken in Woerden bij Sportlust. Vooral zijn periode in Alphense dienst was succesvol. Zijn laatste wedstrijd in het shirt van Alphense Boys sloot hij af met een 4-1 overwinning op Velo en stelde daar promotie mee veilig naar de hoofdklasse. Zijn huidige trainer, Patrick Loenen, is zeer gecharmeerd van Menno en is er van overtuigt dat de manier van spelen dat hij voor ogen heeft gebaat is bij een goed mee-voetballende doelman.
Menno z’n traptechniek is perfect, wat een goede voortzetting of spelhervatting ten goede komt. Doeltrappen legt hij makkelijk weg en zijn dropkick is zeer goed. Daarnaast is hij een rustpunt in de opbouw en men kan altijd op hem terugspelen. Als keeper beschikt hij over een goede reflex en is in de één tegen één situatie zeer sterk. Hierbij valt zijn lichte voetenwerk op, hij maakt vaak een kort pasje extra om verder in de hoek te duiken.
Het is jammer dat hij niet iets langer is maar ondanks zijn geringe lengte heerst hij binnen het vijf meter gebied, daarbuiten wordt het moeilijker voor hem. Ballen vanaf de zijkanten heeft hij moeite mee, hoewel hij hierin de laatste jaren grote stappen heeft gemaakt.
Menno is zelfbewust en zelfkritisch, zijn doorzettings- en incasseringsvermogen is daarnaast ook prima op orde. Menno leest wedstrijden en weet wanneer het het juiste moment is om te temporiseren of om juist tempo maken. Is verbaal goed aanwezig en doet weinig gekke dingen. Als doelman is het soms lastig de concentratie te behouden in wedstrijden waarin je lang niks te doen hebt maar een goede concentratie is essentieel als je tegengoals in de laatste minuten wilt voorkomen. Geconcentreerd blijven kun je wel aan Menno overlaten.
Naast een uitstekende keeper is Menno ook één van de betere tennissers uit onze regio. Van deze hobby heeft hij zijn werk gemaakt want hij is in het dagelijks leven tennisleraar. Het gaat er niet om dat je de top haalt, maar dat je de top uit jezelf haalt. Dit kun je bereiken door alles te geven wat je in je hebt, dat hoort bij Menno.

Het wonder van Noorden: Dylan Rietveld
Dylan werd met NSV’46 kampioen in de in de 4e klasse en werd vervolgens benaderd om het bij Noordwijk te gaan proberen. Deze uitdaging ging hij aan en na een korte periode in het tweede elftal van Noordwijk gespeeld te hebben heeft hij zich door inzet, karakter maar ook zeker talent opgewerkt naar het vlaggenschip.
In de media – vooral in de bollenstreek – is regelmatig met verbazing gereageerd en de vraag gesteld hoe het kan dat deze speler van (toch al) tweeentwintig jaar zich nog zo snel kan opwerken van de 4e klasse naar de 3e divisie.
Dit seizoen is de mandekker niet uit de formatie van Kees Zethof weg te denken en vormt hij met Rob Overvliet het centrale duo van de Noordwijkers. Hij oogt als een rustpunt voor zijn defensie. De manier waarop hij positie kiest wordt steeds beter, Dylan moet het dan ook grotendeels hebben van zijn voetbalinzicht. Als hij zich ook wat meer laat gelden met wat coaching zou hij nog completer worden en het zichzelf makkelijker maken.
Dylan heeft met zijn – ik schat – 1,95 meter een goede lengte voor een centrale verdediger, en is zeer kopsterk. Een goede traptechniek is zijn handelsmerk, vooral de passing. Verplaatsen, verleggen van het spel van de ene naar de andere vleugel; hij heeft de trap er voor, maar met meer lef komen daardoor meer openingen. Hij is als verdediger lastig te passeren doordat hij altijd de kortste lijn afdekt en pas op het laatste moment hapt waarbij hij wel de druk op de bal houdt rond het strafschopgebied.
Hij schuift met regelmaat in, maar alleen wanneer hij zeker weet dat de rest van de verdediging goed staat. Bij een achterstand is hij regelmatig de achterste punt van de ruit om zo het middenveld te ondersteunen en zo meer druk te geven naar voren. Zijn inspeelpass over de grond naar voren is altijd voor de man, hij laat graag de bal het werk doen.
Met corners is hij door zijn lengte altijd te vinden in het vijandelijke gebied en hij heeft bij NSV’46 laten zien ook als aanvaller uit de voeten te kunnen.
Zijn opmars heeft al aangetoont dat hij mentaal sterk is meer uitgaan van eigen kracht en lef kan Dylan nog veel verder brengen. Onderlaatst heeft hij zijn handtekening gezet onder een nieuw contract, dit getuigd van vertrouwen in de stopper. “Als ik merk dat ik het niveau niet aan kan, ga ik terug”, was een uitspraak van Dylan bij zijn opmerkelijke overstap. Ik voorspel dat dit nog vele jaren zal duren.

Een geweldig voetballer: Frans van Niel
Frans van Niel, voetballer bij VVSB en afkomstig uit Nieuwveen, is al sinds jaar en dag van grote waarde in Noordwijkerhout. Zijn voetbalreis begon op vijfjarige leeftijd bij Nicolaas Boys en bracht hem via Feyenoord, ARC, Jong ADO Den Haag bij VVSB waar hij alweer sinds 2008 in het paars-gele tricot te bewonderen is.
Een aantal jaren terug, bij een vuurwerkongeluk op oudejaarsavond verloor Frans van Niel drie vingers en liep hij schade op aan zijn linkeroog. Er werd gevreesd voor een vroegtijdig einde van zijn loopbaan, maar Frans herstelde en is nu één van de pijlers van de bollenstreekclub.
Frans is een dynamische middenvelder met een zeer goede techniek en weinig balverlies, die voor een middenvelder door de jaren heen betrokken is bij een groot aantal doelpunten, zowel als aangever als eindstation. Hij speelde jaren kort achter de spitsen wat zijn creativiteit ten goede komt, speelt nu ook vaak wat minder diep als spelverdeler waarbij hij nog altijd zeer betrokken is bij de aanval. Hij heeft een goed gevoel voor positie kiezen wat hem vaak aanspeelbaar maakt. Hij zoekt altijd de oplossing naar voren en kan het spel goed verleggen. Wanneer er ruimte is, dribbelt hij zelf met de bal naar voren en geeft daardoor zijn medespelers de tijd om vrij te lopen, hij is moeilijk van de bal af te krijgen.
Frans is erg taakbewust en weet altijd wat er om hem heen in ‘zijn’ zone gebeurd. Goed in de kleine ruimtes en zorgt in het positiespel voor driehoeken en één-twee combinaties. Kijkt altijd hoe de spitsen bewegen en brengt geregeld een aanvaller in stelling met zijn steekpass.
Frans is sinds enkele seizoenen de aanvoerder van VVSB wat duidt op goede mentale eigenschappen en neemt de leidersrol serieus. Zijn verbeterpunten zijn sterker worden in de duels worden en het kopgedeelte; Frans is niet kopsterk maar compenseert dit alles met een groot tactisch vermogen. Hij heeft het besef waar de bal naar toe gaat en de slimheid hier op in te spelen, dat dat heeft te maken met vooruit kijken.
Het hoogtepunt in de voetballoopbaan van Frans is de promotie naar de Topklasse en bij de laatste vier van de KNVB-Beker. De middenvelder verlengde onlangs zijn contract aan de Boekhorst.

Mark Van der Weijden: een beweeglijke spits
Voetbalde met zijn twee broertjes bij Altior en vertrok naar Argon. Speelde veel vanaf de flank en nam bij Argon de positie van rechtsbuiten over van de naar Swift vertrokken Syrano Morrison. Na één jaar Argon, maakte hij de overstap naar Sportlust en daar werd de flankspeler de nieuwe diepe spits. Zijn trainer Patrick Loenen is zeer gecharmeerd van Mark als spits, en roemde hem meermaals. Zijn manier van spelen vroeg om een beweeglijke spits en daarom heeft hij hem gehaald. Een schot in de roos want in het eerste jaar werd Mark topscoorder met maar liefst zevenentwintig goals en dwongen de Woerdenaren promotie af. Mark is zeer atletisch en schuwt het fysieke element niet. Hij beschikt over de nodige sprongkracht waardoor de niet al te grote Mark ook in de lucht zijn mannetje staat.
Hij is zeer doelgericht en heeft een goede traptechniek (vooral de wreeftrap) en is watervlug. Als voormalig buitenspeler beschikt hij over een actie, speelt met gemnak een mannetje uit en heeft daarna zowel ook voor het doel als zijn teamgenoten. Hij wordt regelmatig gestuit binnen de beruchte lijnen van het strafschopgebied, en een toegekende strafschop kan men ook aan Mark over laten.
Mark heeft het gevoel als spits om de hoek waarin je kunt scoren te vergroten, dit doet hij door schuin van het doel af te bewegen. Doordat hij in een diagonale lijn richting het doel beweegt, beweegt de keeper mee om zijn korte hoek af te schermen, waardoor de lange/verre hoek groter wordt. Kaatsen en omdraaien en de loop meegeven is op zijn lijf geschreven, snel combinatiespel gaat hem goed af. Doorbewegen na inspelen is voor Mark een gewoonte en dan de snelste weg zoeken naar de goal. Zijn aanname is goed, het bepaalt namelijk waar hij naar toe gaat met de bal, dat hangt ook van de situatie af. Hij voelt goed aan waar de tegenstander in zijn rug zit en probeert dan de andere kant weg te draaien.
Groot voordeel van Mark is dat hij van positie kan wisselen met vleugelspelers. Hij is slim en zoekt vaak de mindere verdediger op. Zijn loopacties zijn uitstekend en beweegt als de bal bij de buitenspelers is als een “echte” spits naar de eerste paal. Zijn vele goals bewijzen dat hij over een “torinstinct” beschikt; altijd op de juiste plaats staan en weten waar de bal komt, voelen aan waar de keeper staat zonder gekeken te hebben en makkelijk scoren.
Mark wordt nog steeds ieder jaar beter.

Jens Toornstra: vechtmachine van Feyenoord
Als laatste bespreek ik onze succesvolste speler uit de regio. Jens is gestart in Ter Aar bij TAVV speelde sinds zijn tiende jaar bij Alphense Boys. Hij was sportief en zat onder andere op badminton, tennis en turnen. In die laatste sport was hij volgens zijn coach Peter Vos een groot talent.
Momenteel is Jens een van de sterkhouders van Feyenoord. Niet alleen vanwege zijn voetbalkwaliteiten, zijn doelpunten en assists maar ook vanwege zijn inzet en mentaliteit. Hij hecht waarde aan samenwerking en is dan ook een echte teamplayer. In de publieke opinie wordt de dertigjarige Ter Aarder nog weleens weggezet als een eenvoudig werkpaard, iemand die vuile meters maakt, ballen afpakt en ze direct weer inlevert bij zijn ploeggenoten. In principe is dat ook zo. Hij loop veel en verricht ook veel werk voor het team én is vaak ook de aanjager. Door de ruimtes te belopen die zijn collega’s op het middenveld laten liggen bij het doorjagen, weerhoudt hij de tegenstander om op te bouwen en tussen de linies een uitweg te zoeken. Een beproefd recept dat het afgelopen seizoen meerdere tegenstanders in ademnood liet.
Hij stond even ter discussie in en kende een mindere periode, des te knapper is het om er na gepasseerd te zijn geweest gewoon weer te staan als dat van je wordt gevraagd. Dit is voor Jens gewoon.
Het gevaar waar Feyenoord voor moet waken is de bezetting achter het verwachte middenveld. Hierbij is ook belangrijk dat de achterhoede goed aansluit in balbezit, terwijl ze bij balverlies niet gelijk naar achteren moeten lopen. Alleen dan kan Feyenoord beter aan voetballen toe komen en zal het team minder kwetsbaar worden.
Jens heeft wel het gevoel voor positie kiezen (aanspeelbaar opstellen t.o.v. de balbezitter), hij wil altijd graag doorvoetballen. Het spel verleggen en zorgen voor snelle omschakeling naar voren toe, dat inzicht heeft Jens wel.
Jens heeft diepgang in zijn spel en kan – wanneer er ruimte is – zelf met de bal naar voren dribbelen en daardoor zijn medespelers de tijd geven om vrij te lopen. Hij moet zich aanspeelbaar opstellen in hun zone voor de flank-verdediger Rick Karsdorp, en juist ingedraaid staan bij balontvangst, vanuit Jens kan men dan goed door voetballen. Jens maakt de ruimte goed vrij voor Karsdorp, loopt op tijd naar binnen en loopt vaak mee om de bekende driehoek te vormen
Onder trainer Dick Advocaat, is hij veel meer betrokken bij opbouw van achteruit, zakt in om dan de pass naar voren te geven. Doordat Berghuis veelal in de as van het veld wil voetballen, ontstaat er veel ruimte aan de rechterkant voor Feyenoord. Deze ruimte werd veelal opgevuld door middenvelder Toornstra.
Jens kan aan de bal snel beslissingen maken, heeft een redelijke techniek, goed afstandsschot en heeft laten zien een prima eindstation te zijn wanneer hij in scoringspositie komt. Hij oogt niet kopsterk, maar heeft al verschillende doelpunten gemaakt met het hoofd doordat hij heel goed kan timen. Jens Toornstra is de stille kracht van Feyenoord, kan op alle plaatsen op het middenveld spelen, in nood ook nog als vleugelspeler voorin. De mouwen opstropen, hard werken, gewoon, bescheiden en nooit echt hoog van de toren blazen of op de voorgrond treden; dat is Jens.

Gratis Sportspreekuur weer mogelijk

Zwemvereniging de Plas mag weer zwemmen