Nieuwkoop | Na alle trainersperikelen die bij ‘onze’ clubs de revue gepasseerd zijn rees bij ons de vraag hoe groot de invloed van een trainer eigenlijk is en wordt er ook echt wat geleerd of is de passant die het voor het zeggen heeft meer een manager die ervoor zorgt dat de neuzen dezelfde kant op staan? Tijdens de ‘Tafel van Bos’ die we begin januari belegden kregen de clubafgevaardigden deze – en andere vragen op het gebied van ‘de man in het trainingspak’ – voor de voeten geworpen.
Tactisch meesterbrein of gewoon manager?
Aan tafel wordt druk gediscussieerd en vliegen de trainersnamen ons om de oren. Iedereen heeft wel zo zijn eerste ideeën bij het zien en horen van de stellingen maar als we de boel even centraal trekken neemt Lars van der Pijl, aanvoerder van TAVV, als eerste het woord. ‘Ik denk dat de invloed van een trainer heel erg afhankelijk is van de spelersgroep. Toen wij wat jonger waren hadden we echt de behoefte aan een trainer die zo nu en dan de zweep er overheen haalde. Toentertijd had onze huidige trainer, Frenk van der Kleij, niet bij ons gepast. Maar daarmee zeg ik allerminst dat Frenk geen goede trainer is, integendeel zelfs. Hij is op tactisch vlak juist enorm goed en nu werkt dat. Wij zijn als spelers en als groep volwassener geworden, corrigeren elkaar meer maar ook eerder. De jaren hiervoor hadden we ook echt types nodig als een Henk van Hof die er echt altijd bovenop zat en met harde hand regeerde.’
Derk Gruppen, speler van Aarlanderveen, haakt hier direct op in. ‘Ja zo ken ik Henk ook. En ook wij zijn een groep die dat nodig hebben om optimaal te trainen. Als er iets niet naar zijn zin gaat dan grijpt ‘ie ook echt direct in. Hij legt het spel stil, gaat te keer en daarbij vallen soms pittige woorden. Hij zet het echt weer op scherp dan. Als Henk er niet is bij merk je dat ook direct, dan is het allemaal wat minder…’
‘Dijar mist het menselijke aspect, hij is echt een soort van voetbalrobot’
Peter Burgmeijer over zijn trainer Dijar Kasim
NSV’46-keeper Bas Kalshoven herkent hetgeen gezegd is en denkt dat iedere groep wel een sterke persoonlijkheid als trainer nodig heeft maar ziet in zijn eigen trainer Dennis van den Ing meer dan een manager. ‘Naast dat zijn manier van training geven perfect past bij onze groep, heeft Dennnis ook zeker invloed gehad op onze manier van spelen. Hij veranderde de speelwijze en vele bij ons moesten echt wennen maar hij sleep het er wel in. Hij liet ons op een andere manier naar het spelletje kijken. In de vierde klasse bracht dit succes en hadden we tegen de kleintjes heel veel profijt van de gekozen tactiek. Nu het minder ging werd hij hierop afgerekend. Terecht of te makkelijk? Moeilijk, het heeft ons namelijk ook veel gebracht en we hebben daarnaast echt mooie dingen laten zien.’
Als het op het leren van een trainer op tactisch gebied aankomt tuimelen Bart Verlooij (Zevenhoven) en Nicolaas Boys-aanvoerder Peter Burgmeijer haast over elkaar heen. Beide heren loven hierin de inbreng van Dijar Kasim, de huidige oefenmeester van de Nieuwveners. ‘We wisten in het begin niet wat we meemaakten joh, bizar. Hiervoor voor hadden we Ludo Pistorius, met alle respect maar die deed de training, vertelde de opstelling en “succes jongens, ga ervoor!”. Dijar is hiermee niet te vergelijken’, aldus Burgmeijer. ‘Hij is hiernaast ook nog jeugdtrainer bij AZ en kwam al snel met wedstrijdbeelden aan. Eerst moesten we hieraan wennen, maar je steekt er echt wat van op.’
Verlooij, die Kasim meemaakte toen hij uitkwam voor de Nieuwveners vult aan. ‘Ja van Dijar heb ik echt heel veel geleerd, en nu besef ik hoe bijzonder dat is. Hij deed met beperkt materiaal echt wonderen, veranderde echt iets bij ons en liet ons echt voetballen hoe hij dat voor ogen had, dat vind ik knap.’ Burgmeijer: ‘Hij is helemaal bezeten van het spelletje en kan er ook echt niet tegen als we verliezen, dan is hij niet te genieten. Nou dan moet je net bij Nic. Boys trainer zijn… Ik hoorde van zijn vrouw dat hij echt niet aanspreekbaar is bij thuiskomst, zich afzondert met zijn Playstation en naar bed gaat.’
‘Het eerste jaar was ‘ie soms na een verloren wedstrijd direct weg, zonder ook maar in de kleedkamer te zijn geweest’, vult Verlooij aan.
Op de vraag van Van der Pijl of dat wel een gezonde situatie is en of dit wel bij een dorpsclub als Nicolaas Boys past antwoord Verlooij. ‘Bij AZ kan hij op technisch en tactisch gebied zijn ei kwijt, Nic. Boys doet hij er een beetje bij. Hij wilde graag ervaring opdoen en met een seniorenteam werken, nou welkom in Nieuwveen…’
Van der Pijl refereert aan zijn oude trainer Niels Slotje. ‘Die had het beste van beide werelden. Hij kon zowel de zweep er overheen halen, maar ook je beste vriend spelen. Vaak is het of het één of het ander. Dan zijn ze voetbaltactisch heel sterk maar mis je het menselijke aspect, Niels had het allebei.’ Burgmeijer haakt hier snel op in: ‘Dijar mist dat menselijke aspect, hij is echt een soort van voetbalrobot.’
‘Moet je eens aan Toornstra vragen wat ie van Cuvelier vindt haha, die zette Jens rechtsback…’
Lars van der Pijl reageert op een uitspraak van Joris Verweij
Thijs Noordsij die de aanvoerdersband namens Altior om de linkerarm heeft op zondagmiddag plaatst nog enige kanttekeningen bij de tactische invloed van de trainer. Noordsij, die een verleden heeft bij zowel Zevenhoven als Sportlust, maakte bij laatstgenoemde club anders mee. ‘Daar had ik een “toptrainer” waar ik echt helemaal niks van heb geleerd. Die snapte er helemaal niks van zelf. Maar doordat ik met allemaal goede spelers trainde heb ik van die tijd daar toch veel opgestoken. Komend seizoen verwacht ik op tactisch vlak wel veel van onze nieuwe trainer, als ik dit zo hoor over bijvoorbeeld Kasim’. Noordsij doelt hiermee op oud-prof Arjan van der Laan die komend seizoen de Langeraarders zal gaan trainen en coachen.
Sportief-captain Tosca Wens ziet zelf niet het nut in van een boeman op het trainingsveld. ‘Wij hebben een heel rustige trainer. Cor (Stoof, red.) is ook al wat ouder dat scheelt denk ik ook. Die heeft het allemaal al meegemaakt misschien. Daarnaast staat hij ook veel meer open voor ideeën vanuit de groep dan dat we gewend zijn. Nu bepalen we – en zeker ik als aanvoerder – gewoon mee. Dat was bij Chris heel anders, die had het of zelf al bedacht en anders hoefde je niet zoals nu naar de kant te lopen om te vragen of we het nog om gaan zetten.’
Joris Verweij, aanvoerder van Nieuwkoop, maakte ook al heel wat trainers mee maar vind het lastig aan te geven wat er nu voor zorgt dat een trainer een goede trainer is. ‘Mijn type trainer vindt een ander helemaal niks. John Cuvelier bijvoorbeeld vond ik echt een toptrainer maar dat kwam misschien ook omdat we beide van het type “mouwen opstropen en gaan” zijn. Hij ging altijd vol gas ook op trainingen en was daarnaast tactisch ook nog eens sterk vond ik.’ Van der Pijl haakt hier direct op in: ‘Moet je eens aan Toornstra vragen wat ie van Cuvelier vindt haha, die zette Jens rechtsback…’
‘Dat bewijst wat ik al stelde: het blijft een heel persoonlijk iets. De één vindt de trainer top de ander vindt het niks’, sluit Verweij het onderwerp af.
Afscheid halverwege en houdbaarheid
Zo rond december komen de eerste berichten binnen rondom de toekomst van de trainers. Heeft dit invloed op de prestaties en is het in de kleedkamer te merken wanneer er besloten is dat de wegen gaan scheiden? En wat is eigenlijk de houdbaarheidsdatum van een trainer?
De ogen dwalen als vanzelf als eerste af in de richting van Gruppen die direct pareert. ‘Wij nemen nu naar zes jaar afscheid van onze trainer en daar is nogal wat om te doen. Ik denk dat het de normaalste zaak van de wereld is om na zo’n lange tijd weer eens wat anders te willen. Zes jaar is een lange tijd, langer dan bij de meeste clubs.’
‘Bij Sportief hebben we niet de middelen om twaalfduizend euro voor een nieuwe trainer neer te leggen’
Tosca Wens is tevreden met Cor Stoof die Sportief combineert met SCH’44
Wens stelt dat er geen tijd aan te duiden is maar dat er soms ook andere factoren meespelen. ‘Onze trainer gaat z’n vierde jaar in komend seizoen, dat is nu wel echt een clubman aan het worden. Zolang het goed voelt zie ik geen reden om afscheid te nemen. Daarnaast hebben we bij Sportief ook niet de middelen om tien- of twaalfduizend euro voor een nieuwe trainer neer te leggen, dat kan gewoonweg niet. Cor doet het voor minder want hij doet Sportief erbij, naast zijn werkzaamheden bij SCH. Misschien wil ie niet naast zijn vrouw zitten, ik weet het niet.’
‘Bij Kasim merk je ook dat hij de teugels wat meer laat vieren. Hij geeft nu AZ meer prioriteit dan eerst. Normaal stond AZ ook op één maar was hij er op trainingsavonden altijd, nu ging hij bijvoorbeeld mee met een tripje naar Manchester United – AZ met de gehele jeugdopleiding. Het is niet “ik ga weg, het is wel goed zo” maar het is minder dan vorig jaar. Het eerste jaar was niet normaal zo scherp. Op trainingen schopte je elkaar soms dwars door de midden, want verliezen wilde je echt niet. Daar zette de trainer allemaal straffen op namelijk, die je echt niet wilde ondergaan. Onze trainer zei zelf dat hij drie jaar wel echt maximaal vond voor een dienstverblijf. Vorig jaar twijfelde hij al maar werd er nog verlengt. Nu is ie wel bezig aan zijn laatste jaar en dat is ook goed zo.’
Niet bij iedereen is dit het geval zo onderschrijft Noordsij. ‘Bij ons is er niks van te merken dat Manfred (van den Bosch, red.) aan zijn laatste maanden bezig is. We trainen nog altijd volle bak. Hij is nog steeds net zo bevlogen met spelers bezig als voordat hij aankondigde dat hij zou gaan vertrekken. Het is ook net hoe volwassen je er zelf mee omgaat denk ik. Een trainer blijft een passant en die wil natuurlijk ook op een zo goed mogelijk manier vertrekken met oog op zijn eigen CV.’
‘Soms zit je in de kleedkamer, kijk je elkaar aan en zeg je “is het niet eens tijd dat die vent oprot?” Dan weet je dat het klaar is’
Lars van der Pijl over de houdbaarheidsdatum van een trainer
Een tussentijds vertrek kan zeker invloed hebben op de prestaties stelt Verweij. ‘Zonder er te diep op in te gaan – er is immers al genoeg over gezegd – maar na de bekendmaking van het vertrek van Michel Strating hebben we daar op het veld wel op gereageerd. Iets negatiefs kan dus ook worden omgezet in iets positiefs. In dit geval vonden we twee jaar met deze trainer als groep te kort, maar we moeten door en naar wat is vernomen heb krijgen we er een prima trainer voor terug in de persoon van Manfred van den Bosch.’
Van der Pijl, die het gesprek opende, komt ook met de slotconclusie. ‘Je merkt het als groep gewoon. Het derde jaar onder Henry Egberts en Henk van Hof ging nog prima maar het vierde jaar was het gewoon echt klaar. Soms komt de manier van training geven op een gegeven moment gewoon je neus uit. Week in week uit de dezelfde oefeningen, zie je dezelfde vent staan en hoor je diegene dezelfde dingen schreeuwen tegen vaak dezelfde spelers. Dan zit je op een gegeven moment in de kleedkamer en kijk je elkaar aan en zeg je “is het niet eens tijd dat die vent oprot?”. Is gewoon een gevoelskwestie je kan er niet echt een tijd aanhangen wanneer het klaar is.’
Beste trainer
Als laatste vroegen we de deelnemers nog welke trainer op hen de meeste indruk had gemaakt in hun voetbalcarrière.
Bart Verlooij: Dijar Kasim
Bas Kalshoven: Dennis van den Ing
Derk Gruppen: Henk van Hof
Joris Verweij: John Cuvelier
Lars van der Pijl: Niels Slotje
Peter Burgmeijer: Dijar Kasim
Thijs Noordsij: Remco Tuinenburg
Tosca Wens: Rob Timmerman