Het einde van het voetbalseizoen nadert. Dat betekent dat de gebruikelijke stoelendans bij alle clubs in Nederland weer is begonnen… Hoe gaan de teams er volgend seizoen uitzien? Na het jarenlang als scheidsrechter van een afstandje gezien te hebben, zit ik er als jeugdtrainer inmiddels voor het tweede seizoen middenin.
Als scheidsrechter heb ik me er van een afstandje eigenlijk altijd al aan gestoord. Ouders die het niet kunnen accepteren in welk team zijn of haar kind komt. Ontelbaar veel mailverkeer, telefoontjes en extra gesprekken moeten volgen. Leeftijdscoördinatoren, hoofdleiders, trainers en bestuursleden hebben er tegenwoordig een heel takenpakket aan. Want steeds meer en meer ouders hebben een mening over de teamindelingen.
Een jaar lang besteden trainers op het veld met hun spelers. Bij de meeste amateurclubs drie keer in de week en bij de grotere clubs soms vijf of zes dagen. Op basis daarvan wordt een mening gevormd. Ongelofelijk is het dan eigenlijk dat ouders, die dus niet een heel seizoen lang met hun eigen kind op het veld staan, een mening hebben over in welk team zijn of haar oogappel moet komen. Soms gaat het ook verder dan een mening over hun eigen kind en wordt er gewezen naar anderen.
‘Het eindeloze gedram, gemekker en gezeur van voetbalouders zorgt voor botsingen onderling, maar soms ook binnen een club’
Rick maakt het sinds vorig seizoen van dichtbij mee
Het proces mag ik inmiddels voor de tweede keer zelf van dichtbij meemaken, nu ik sinds vorig seizoen zelf ook als jeugdtrainer actief ben. Velen uren zitten in het overleg over die teamindelingen. Eerst met de andere trainers van je eigen team, vervolgens met wat andere trainers van andere teams en daarna ook met hoofdleiders van de club. Het hoort erbij en ik vind het ook leuk. Je probeert met z’n allen te zorgen voor maatwerk en voor de één heb je nu eenmaal iets meer aandacht nodig dan voor de ander. Dat is ook goed en heel erg belangrijk.
Na weken, of nog langer, praten, nadenken en schuiven heb je de definitieve teams op papier. Zweetdruppels worden van het voorhoofd geveegd en hier en daar volgt een kleine high-five. Voorzichtig. Want eerst moeten de indelingen nog naar buiten worden gebracht. Vanaf het eerste moment dat dit is gebeurd, volgen meestal de telefoontjes en mailtjes richting de verantwoordelijken. ‘Belachelijk is het dat mijn kind niet een team hoger zit!’ Of deze veelvoorkomende one-liner; ‘Het is te gek voor woorden dat hij wel in dat team zit en mijn kind niet!’
Lekker belangrijk, hoor ik veel mensen vaak hardop denken. Maar ja. Die ‘verantwoordelijken’ krijgen vaak zoveel ellende over zich heen, dat ze er mee stoppen. Het eindeloze gedram, gemekker en gezeur van voetbalouders zorgt voor botsingen onderling, maar soms ook binnen een club. Met als gevolg dat er mensen stoppen. Ook dit seizoen zie ik het weer gebeuren.
Ouders hebben geen idee van de processen die spelen binnen een club. Hoeveel aandacht er is, ook voor hun kind. Men heeft geen idee hoe zwaar woorden kunnen wegen en hebben alleen het eigen belang voorop staan. Waarschijnlijk zal ook deze column de komende dagen reacties van ouders op gaan leveren in mijn richting. Dat zien we dan maar als een ontmaskering. Tegen mijn spelers zeg ik altijd: ‘Probeer geen invloed uit te oefenen op dingen waar je geen invloed op hebt.’ Dat zou ook mijn advies zijn voor voetbalouders. Het maakt het voor die talloze vrijwilligers die zoveel tijd besteden aan jullie kinderen namelijk een heel stuk leuker. En anders zou ik je uit willen dagen om volgend seizoen zelf eens de handschoen op te pakken, en weg te stappen van die zijlijn. Ik ga de komende weken in ieder geval, met een heleboel andere toptrainers en leiders, aan de slag om de teamindelingen voor volgend seizoen te maken. En dat doen we met veel plezier. Laten we hopen dat het ook na het publiceren van die indelingen leuk blijft.