André van der Voort, 0172SPORT, column, Zeg het Voort!

Evolutie in de sport

Het leven gaat door. Dat is een cliché, maar zo is het wél. Steeds weer opnieuw worden er dingen bedacht en uitgevonden om zaken te verbeteren. Het is niet eens meer onderhoudend te noemen, maar het lijkt wel alsof de mensheid zich meer en meer wetenschappelijk bezighoudt met allerlei vernuftigheden. Zó ook in de sport….

De tijden van de Oost-Europese dopinglaboratoria lijken weer een beetje terug te komen. Als ik in de media verneem hoe atleten geprepareerd worden om topprestaties te leveren, zie ik misschien die spoken uit het verleden weer op mij afkomen. Het afnemen van bloed om diverse waarden te kunnen vaststellen, kijken hoe fit iemand daadwerkelijk is en het innemen van middelen die nog nét niet op de verboden lijst staan lijken tegenwoordig wel gemeengoed. Een atleet moet in de hedendaagse sport ook een forse mentale bagage bezitten om al die kwellingen te moeten ondergaan. Alles voor dat ultieme doel: De beste zijn. Sommigen gaan dan verder in de verboden snoeptrommel als ze de aansluiting nét niet kunnen vinden, in de hoop dat ze er niet tussenuit gefilterd worden…

Als trainer van de oude stempel dacht ik altijd dat uren maken op het trainingsveld de basis zou moeten zijn voor succes. Misschien is dat wel een ouderwetse gedachte, maar tijdens de cursussen die werden gevolgd was dit nimmer een punt van discussie. Als spelertje en als jonge sporter wist ik niet beter. Uiteraard veranderen trainingsmethodes gaandeweg en worden er in materiële zin nieuwe elementen toegevoegd, maar de basis is en blijft uren maken. Met die noviteiten gaat men aan de slag, zeker in de amateursport…

‘Het innemen van middelen die nog nét niet op de verboden lijst staan lijkt tegenwoordig wel gemeengoed’

André ziet de tijden van Oost-Europese dopinglaboratoria terugkeren

Natuurlijk is er een groot verschil tussen het conditionele en het technische aspect. Conditie is grofweg te verkrijgen door veel en langdurig arbeid te verrichten. Door een veelzijdigheid aan oefeningen voor te schotelen houd je het leuk voor de sporter en valt het plichtmatige karakter een beetje weg. Techniektrainingen kennen nóg meer variaties. Hierin kan zowel de trainer als zijn pupil zijn creativiteit vaak de vrije loop laten, maar ook bij dit aspect moet een educatief karaktertrekje zitten. De goede dingen onderhouden, de mindere punten verbeteren en hiervan een mooie mix samenstellen is een kunstwerk op zich, net als de uitdaging hierin.

Zolang het in de amateursport “schoon” blijft van al die perikelen die we in de hedendaagse profsport steeds vaker lijken tegen te komen is er nog niet veel aan de hand. Trainers lopen gelukkig nog niet in witte jassen rond met spelersdossiers onder hun armen en laten we hopen dat we dit fenomeen voorlopig nog even buiten de deur kunnen houden. Het schrikbeeld doemt op dat er in de kleedkamers mensen in afwachting zijn van hun bloeduitslagen voordat ze het veld op komen. De bloedzakken liggen klaar om aangesloten te worden, om net dat ene procentje meer te kunnen leveren. De hormoonhuishouding ligt compleet overhoop, vieze naalden liggen op de grond en de prullenbakken puilen uit van de medische wegwerpartikelen.

Ik ontwaak uit die nare droom en denk alweer aan de volgende training. In mijn geval zal het weer een technisch verhaal gaan worden om de spelers nog meer te kunnen bekwamen in hun vak/hobby. Uren maken, finetunen, details aangeven en bespreken, maar vooral degenen met wie ik werk een goed gevoel geven richting de eerstvolgende wedstrijd. Dat laatste wordt uiteraard gemist, maar hopelijk gaan die wijze lessen zich uitbetalen als we weer “los” mogen. En anders trainen we nog even door, volgens de methodiek van “de oude wetten” in de sport….

Du Chatinier vertrekt na dit seizoen bij Aarlanderveen

KNVB Regio Cup voor Categorie B