In de sportwereld wordt dikwijls gesproken over talenten. Wat is nu eigenlijk een talent? Als je naar een definitie zoekt kom je onder andere de volgende twee tegen; ‘aangeboren handigheid of geschiktheid voor iets’ en ‘natuurlijk vermogen om iets goed te doen’. Uit deze definities blijkt dat talent een aangeboren vermogen is en niet iets wat door anderen wordt aangeleerd.
In de sport, in ons geval de voetbalsport, wordt dit aangeboren vermogen om iets goed te kunnen vaak al snel verward met een goede voetballer zijn of worden. Maar als je het talent hebt om veel met een bal te kunnen, dus technisch bovengemiddeld begaafd bent, wil dat nog niet zeggen dat je dan ook een goede voetballer bent of wordt. Hooguit dat je goed kunt voetballen en dat is in mijn ogen iets heel anders.
Om een goede voetballer te zijn komt er nog veel meer om de hoek kijken. Aspecten als, oog en gevoel hebben voor medespelers, de discipline om je ook ondergeschikt te kunnen maken aan een team, mentaal en fysiek voldoende bagage hebben, bereid zijn hard te werken en bereid zijn pijn te leiden. Natuurlijk zal je aangeboren talent altijd je anker blijven, maar als dat het enige is, blijft het schip op de plaats liggen. Het gevaar voor veel talenten is in mijn ogen dat de omgeving de ook benodigde andere aspecten niet meeneemt in de beoordelingen. Een spelertje krijgt alleen maar feedback op zijn talent, maar daar hoeft hij eigenlijk niet veel voor te doen aangezien dat is aangeboren.
‘Aangeboren talent zal altijd je anker blijven, maar als dat het enige is, blijft het schip op de plaats liggen’
Theo over talent dat zich nog moet ontwikkelen
Talenten ontdekken is dan ook niet zo heel moeilijk als je beschikt over een paar goede ogen. Talent ontwikkelen en begeleiden daarentegen vereist iets van de omgeving en begeleiders. Het is zelfs een hele verantwoordelijkheid om een talent te begeleiden en te ontwikkelen. Dit proces bepaalt namelijk hoe de toekomst van zo’n talent er uit komt te zien. En dan niet altijd in financieel opzicht, maar vooral of zo’n talent op zijn niveau op z’n plaats komt en dus gelukkig wordt. In de voetballerij wordt er veel gesproken over de kwaliteiten van de jeugdopleidingen – de basis voor het ontwikkelen van talent – maar vaak zie je ook dat het daar misgaat. Dat trainers meer bezig zijn hun eigen talent te ontwikkelen dan oog te hebben voor de ontwikkeling van een ‘talentspelertje’. Dit is ook geen verwijt, en ook niet gek. Jeugdtrainer zijn is een vak apart. Een vak dat specifieke eisen vraagt en waar je dus ook talent voor moet hebben.
Met een jeugdplan alleen kom je er niet. Visie, heel veel geduld, de middelen en de juiste mensen zijn daarvoor noodzakelijk. Veel clubs hebben met name het vele geduld in combinatie met de middelen niet. Die willen op te korte termijn resultaten zien, maar men bedenkt zich niet dat jeugd opleiden, vanaf de pupillen tot eventueel geschikt voor het eerste elftal, minimaal tien jaar duurt.
Toch loopt er op en om de velden, in en rondom Nieuwkoop voldoende talent dat, als het op de juiste vlakken goed ontwikkeld en begeleid wordt, nog veel verder kan doorgroeien. Ik was een paar weken geleden op een trapveldje in Nieuwveen. Daar spotte ik een driejarig jongetje dat samen met zijn vader aan het voetballen was. Het was direct duidelijk; dit mannetje heeft écht talent, aangeboren talent. Technisch begaafd voor drie jaar, lichtvoetig en al een heel aardige trap in het linkerbeentje. Heerlijk om naar te kijken. Maar of hij echt gaat doorbreken zal toch afhangen van die ene eigenschap die nog beter ontwikkeld moet worden. Door hemzelf en door zijn begeleiding, namelijk zijn mentale kwaliteit.
Een eigenschap waar je aan moeten werken om het te ontwikkelen. Dit blijkt vaak het lastigste te zijn voor dit soort talenten. Er zijn in mijn ogen al teveel talenten verloren gegaan omdat ze dat niet voor elkaar kregen. Ik hoop (en ga er stiekem vanuit) dat dit talentje het wel gaat halen. Dan heeft de club waar hij zich over pak ‘m beet twee jaar aanmeldt er weer een hele goede voetballer bij.