André van der Voort, 0172SPORT, column, Zeg het Voort!

Geschiedenis in de maak

Soms vraag je jezelf weleens af: Hoe is het allemaal zo ver gekomen en waar komt het allemaal vandaan? Zonder in superlatieven te gaan schrijven/doen/denken. Best lastig als je een vraag zoals deze voorgeschoteld krijgt. In onderstaande tekst zal ik eens trachten te beschrijven hoe alles is ontstaan en waar die liefde voor het spelletje vandaan komt…

Als een klein jochie van pakweg een jaar of zes ontdekte ik de magie van de bal. De oudere jongens speelden op een pleintje tegen elkaar, zoals dat vroeger gebruikelijk was. Ook enkele leeftijdsgenootjes deden met “de oudjes” mee. Er was vrolijkheid en vooral spelvreugde. Men proberen elkaar uit te spelen door enkele fraaie passeerbewegingen. Omdat het best wel een intensief spelletje was werden de jassen al snel uitgegooid. Deze dienden vooral als doelpalen waartussen een jongen stond, die niet kon voetballen. Althans, niet goed genoeg. Dat ventje tussen die jassen was wel de laatste hindernis die men moest nemen om te kunnen scoren en die was minstens zo fanatiek als de rest. Het fysiek werd niet geschuwd in deze. Het trok mij wel aan en schuchter vraag je of je ook mag meedoen. Omdat je voetballend nog onbekwaam was nam je de plek in tussen de jassen. De rest is geschiedenis…

In het eerste stadium lachen die gasten zich rot, want je bent makkelijk te passeren. Maar er ontstaan een soort verbetenheid en overlevingsdrang. Je maakt vorderingen en dat merk je vooral omdat je eerder wordt gekozen in het partijspel. Waar je eerder als laatste keuze overbleef ben je ineens sneller in beeld. De meesten van die jongens voetbalden al bij een echte club. Dat wil je ook, maar je mag nog niet want je hebt de leeftijd nog niet. Maar onderdoen voor die jongens wil je ook niet. Desnoods met kapotte broek en/of knieën, want dat interesseert je niet. Je wilt winnen!

Wat toen ook al speelde is de interesse voor het betaalde voetbal. Beginjaren zeventig waren Ajax en toen nog Feijenoord geheten (later Feyenoord) de twee toonaangevende ploegen in Nederland en zelfs in Europa. Woensdagavond was Europacup-avond. De radioverslagen maakten het spannend en leuk om te volgen. Dat wilde ik later wel worden: Sportjournalist! Uiteraard nog niet wetende wat daar allemaal voor nodig was, want je was vooral bezig met verromantiseren. Mooie reizen naar het buitenland en dan ook nog eens kijken naar jouw idolen van dat moment.

Een voetballoopbaan is eindig en naarmate je ouder wordt nemen de kleine pijntjes toe. Maar helemaal stoppen is geen optie, dus dan maar het trainersvak in. De eerste jaren ben je bezig met het trainen van het team van jouw zoon, maar de vraag of ik iets met keepers wilde gaan doen kwam vanuit de club. Twee cursussen verder en de daarbij behorende verplichtingen richting de club is het dan zover: Je bent een gekwalificeerde keeperstrainer. Na alle jeugdcategorieën te hebben doorlopen wordt het tijd om de vleugels uit te slaan en richting selectiekeepers te gaan denken. Je komt dan bij diverse verenigingen terecht met al hun cultuurtjes en eigenaardigheden. Je weet ook dat je een passant bent, want leden blijven en trainers gaan. Maar zodra je “in dienst” bent van een club wil je je ook vereenzelvigen met de leden. Je stelt je open voor nieuwe contacten en leert veel mensen kennen. Dat is ook het mooie van sport.

‘In vijfenveertig jaar heb ik drie “vrienden” overgehouden: De bal, de radio en de pen’

André kijkt terug op zijn voetballeven

Beginjaren negentig ontstond er een kleine lokale radio-omroep. Die zochten vrijwilligers om LIVE verslag te doen van de wedstrijden van hun clubs. Hiervoor werd ik benaderd door een oud klasgenoot, die wist dat dit mijn interesse had. Ik wilde het wel eens proberen. Met praten had ik sowieso weinig moeite, dus dat moest wel lukken. Het was de tijd dat men niet zo krap keek hoelang een wedstrijdflits moest duren. Als een raket ging ik af om vervolgens steeds stiller te worden. Een ervaring op zich, omdat je dan ook weet hoe het niet moet. Maar onderweg leer je steeds bij…

Het geheel krijgt wat meer structuur, omdat er wordt gewezen op nuttige tips van mensen, die echt verstand van zaken hadden. Het programma werd kwalitatief dan ook steeds beter omdat die tips werden opgevolgd. Met de telereporter en honderd meter telefoonkabel op zak ging je naar jouw wedstrijd. Tegen de rust aan moest je er niet vreemd van opkijken dat men jouw stekker eruit had getrokken, want je maakte gebruik van de lijn van de club en men wilde de ruststanden van de andere wedstrijden gaan verzamelen. Het leverde hilarische fragmenten op. Gelukkig staat de techniek niet stil en behoren deze ongemakken tot het verleden…

Zowel als speler, trainer als verslaggever veel gezien en meegemaakt. Juist het onvoorspelbare karakter maakt het zo boeiend. Winst of verlies is niet zomaar vanzelfsprekend. In ieder geval heb ik in ruim vijfenveertig jaar drie “vrienden” overgehouden in de sport: De bal, de radio en de pen. Alle drie makkelijk op te pakken. De bal heb ik nu wat minder vaak klemvast, maar de radio en de pen blijven makkelijk tastbaar, tot in lengte van dagen. Talloze hoogte- en dieptepunten zijn de revue gepasseerd, maar het schrijven van nieuwe geschiedenis ligt in de toekomst verscholen…

Vrijdag 7 februari: Bijzondere uitzending van “De Kale Kenners”

Voorbeschouwingen zaterdagvoetbal 3A