Theoretisch Gesproken, Theo Leliveld, Column, 0172SPORT

Tips om een betere keeper te worden

Als keeper speel je een cruciale rol binnen je ploeg. Als je het goed doet en uitblinkt, pak je punten voor jouw team, terwijl een fout van jou juist puntenverlies kan opleveren. Dat laatste, zien we regelmatig in de Eredivisie gebeuren. Keepers die al grabbelend onnodig tegendoelpunten incasseren. Kenners beweren dan ook dat het keepersniveau in Nederland de laatste jaren daalt.

Maar, hoe zorg je er nu voor dat je als keeper aan deze ‘landelijke malaise’ ontsnapt? Met andere woorden: ‘Hoe word je nou een goede keeper?’.

Acht tips op een rijtje, waarmee je gegarandeerd je niveau als keeper verbetert. Deze aanbevelingen zijn mede gebaseerd op mijn eigen ervaringen als keeper.

1. Wees onverstoorbaar
Als een echte veldheer heeft de keeper op het veld het beste overzicht van iedereen. Dat is het allergrootste voordeel van keeper zijn. Doordat je goed overzicht hebt, kun je uitstekend anticiperen op wat er in het veld allemaal gebeurt.
Rust in je hoofd als keeper is daarbij essentieel. Dat geldt ook voor je gedrag. Wees onverstoorbaar. Daarmee straal je ook zelfvertrouwen uit. Dit is een enorm belangrijke basis tip. Je ploeggenoten hebben er niets aan als ze een opgefokte keeper achter zich hebben staan. Het is ook niet nodig om zenuwachtig te zijn. Zoals gezegd, vanuit je goal heb je het beste overzicht. Keeper – onverstoorbaar Ga maar na. Alle topkeepers van dit moment zijn een soort van ‘sfinxen’ op doel. Wat er ook gebeurt, ten alle tijde rust en vertrouwen uitstralen. Dat is prettig voor jezelf, je teamgenoten en bovendien frustrerend voor je tegenstanders.
Mindfulness – Mindfulness betekent niets meer en minder dan dat je aanwezig bent in het huidige moment, het nu. Als keeper kun je ook van mindfulness profiteren. Doordat je een frisse ‘mind’ hebt verbetert je concentratie en heb je minder last van ‘ruis’. Je vindt als het ware je balans met keepen.

2. Zet je defensie neer
Een keeper heeft vanuit zijn doel het beste overzicht. Hij overziet alle 21 andere spelers, de bal, het veld en zichzelf. In verdedigend opzicht kan een keeper dus het beste zien waar het gevaar vandaan komt. Van een goede keeper mag je dus verwachten dat hij zijn defensie organiseert. Door aanwijzingen te geven aan de verdedigers, kun je als keeper vaak al voorkomen dat een tegenstander überhaupt gevaarlijk wordt.
Dat geldt zeker ook voor standaardsituaties zoals corners en vrije trappen. De defensieve organisatie is in deze gevallen in handen van de keeper. Als keeper moet je dan ook kunnen denken als een verdediger. Denk aan zaken als rugdekking en positioneel verdedigen.

3. Gebruik je voeten
Als keeper gebruik je natuurlijk het liefst je handen. Daar ben je het meest op getraind en in je handen heb je ook het meeste gevoel en controle. Toch vormt het voetenwerk een essentieel onderdeel van het keepersvak.
Dat is ook logisch. In bepaalde situaties is een keeper sneller met zijn voeten bij de bal, dan met zijn handen. Het gaat dan vooral om laag geschoten ballen, die vlak langs het lichaam van de keeper worden geschoten. Maar ook lage ballen die iets verder naast de keeper worden geschoten, zijn vaak beter met de voet dan met de hand te stoppen. Simpelweg omdat je met je hand er langer over doet om bij de bal te komen, dan met je voet.
Je kunt stellen dat je als keeper lage ballen, ongeveer maximaal ter hoogte van je gespreide armen, vaak ook (of zelfs beter) met je voeten kunt tegenhouden.
Aangezien er veel spitsen zijn die graag een lage bal direct langs het lichaam schieten, is het als keeper dus zaak hierop te trainen. Het gaat daarbij onder meer om het tegenhouden van de bal met je voeten, waarbij je tevens een goede lichaamsbalans houdt.

4. Controleer de 1 op 1 situatie
Bij het uitlopen kom je als keeper nogal eens in een 1 tegen 1 situatie met een veldspeler terecht. Cruciaal hierbij is dat je zolang mogelijk overeind blijft en pas naar de bal duikt op het moment dat de speler wil schieten. Zodra je als keeper op de grond ligt, heb je geen controle meer over de situatie. Je moet dus op dat moment de goede keuze hebben gemaakt, door naar de grond en richting bal te gaan.
Controle is dan ook het sleutelbegrip in de 1 tegen 1 tussen keeper en speler. Om als keeper de controle te houden zijn de volgende punten van belang:

  • Blijf zolang mogelijk rechtop en ga pas naar de grond/bal als je het zeker weet;
  • Benader de speler met de bal met licht gebogen knieën en armen/handen, op die manier kun je snelst reageren;
  • In het juiste geval benader je de speler dusdanig dwingend en kom je zo dichtbij, dat een lob/stiftbal geen optie is;
  • Als je in deze ideale positie bent gekomen, dan begint het ‘psychologische spel’. Je wacht net zolang tot de speler schiet of een actie maakt en reageer je razendsnel. Een goed reactievermogen is hierbij cruciaal.

Bij het uitkomen van je doel, zorg je er voor dat je stil staat als men gaat schieten, zo niet dan is het bijna altijd een doelpunt. Vanuit stilstand kan men goed reageren, als je licht beweegt ben je vaak te laat. Als men oplet dan schrik je hoeveel tegendoelpunten er hierdoor vallen.

5. Techniek duiken (1): Extra stap maken
Vaak zie je keepers vanuit stand naar de hoek duiken om een bal te pakken. Dat is een natuurlijke reactie. Een probleem hierbij kan zijn, dat je niet ver genoeg kunt duiken waardoor je de bal (net) mist. Het zetten van een extra stap, voordat je duikt, kan hierbij zeker helpen. Het hoeft maar een klein stapje opzij te zijn. Maar hierdoor vergroot je wel de reikwijdte van je duik.

6. Techniek duiken (2): Duik op je zij
Een goede duiktechniek vereist dat je landt op je zij. Benadruk het voorwaarts aanvallen. In tegenstelling tot een duik, waarbij de keeper op zijn buik landt, kun je met een duik op je zij sneller reageren en duik je ook verder.
Te vaak zien we keepers die (half) op hun buik landen bij het duiken. Vaak heeft dit te maken met een stukje angst bij het vallen op de zij. Intensieve keeperstraining op dit vlak helpt om deze angst te overwinnen.

7. Voetbal regelmatig mee
Van een moderne keeper wordt verwacht dat je regelmatig meevoetbalt. Onder meevoetballen wordt dan verstaan dat de eerste opbouw bij de keeper begint. Maar ook het verwerken van terugspeelballen.
Door op traptechniek en spelhervattingen te trainen, verbeter je je meevoetballende capaciteiten. Maar juist door af en toe op een training met bijvoorbeeld een partijspel mee te voetballen, leer je beter een bal onder druk te verwerken. Bovendien hou je op deze manier ook wat meer ‘feeling’ met je ploeggenoten, omdat je even niet de individuele keeper bent.

8. Positioneren in doelgebied
Regelmatig komt het voor dat een keeper, tijdens een situatie op of achter de doellijn belandt. Dat is onwenselijk. Het positioneren binnen het doelgebied is ook onderdeel van het keepersvak. Daaronder verstaan we:

  • Waar stel je je op in het doel? Als keeper wil je je hoek verkleinen. Dat doe je door jezelf voor de doellijn op te stellen;
  • Mee bewegen met de situatie. Zodra er bijvoorbeeld aan je linkerzijde een dreigende situatie ontstaat, draai je als keeper mee naar de linkerkant. Dat doe je door op zij te stappen richting de linkerpaal, waardoor je de korte hoek afschermt. Daarbij moet je je altijd bewust zijn wat er in je rug gebeurt, en dus niet teveel naar de voorste paal bewegen. Beter is het om dit te doseren, zodat je altijd nog het doel aan de rechterzijde kunt verdedigen.

Team Van Kints wint elfde zeilwedstrijd bij Watersport Vereniging Langeraar

Voorbeschouwing Zaterdag 2C (TAVV)